Stap voor stap

1. Vul de broodkom met heet kraantjeswater om het keramiek op te warmen en dep het daarna droog.

2. Doe de warme melk en 1 eetlepel (15 g) suiker in de broodkom en strooi de gist erover. Klop zachtjes om de gist bij het mengsel te voegen en laat hem dan 3 tot 5 minuten gisten.

3. Voeg de overgebleven 50 g suiker, bloem, ei, 60 g gesmolten boter en zout toe in het midden van het gistmengsel. Plaats de broodkom in de mixer/keukenrobot, plaats de deeghaak en draai naar snelheid 4 om het deeg te kneden. Laat het deeg 4 tot 6 minuten kneden, of tot het deeg glad is en tegen de zijkant van de kom slingert als het wordt gedraaid.

4. Neem de kom uit de mixer/keukenrobot. Haal het deeg uit de kom en smeer de binnenkant van de kom lichtjes in met olie. Vorm het deeg tot een bal, leg het terug in de kom en dek de broodkom af met het bakdeksel. Laat 30 minuten rusten op een warme plaats. Terwijl het deeg rijst, bereid je de vulling en het glazuur.

5. Voor de vulling, meng je de bruine suiker en het kaneel door elkaar. Zet apart.

6. Klop voor het glazuur 40 g roomboter en roomkaas op kamertemperatuur tot een romig mengsel en voeg het vanille-extract en een snuifje zout toe. Voeg vervolgens al zevend de poedersuiker toe en klop verder tot een gladde massa. (Voeg melk of room toe als het te dik is.) Zet apart.

7. Strooi wat bloem op je aanrecht wanneer het deeg klaar is met de eerste rijscyclus. (LET OP: niet te veel bloem, want anders schuift het deeg weg bij het uitrollen. Je wilt het slechts lichtjes bestrooien zodat het niet kleeft). Rol het deeg uit tot een rechthoek van 50 x 25 cm (20" x 10"). Smeer met een deegspatel voorzichtig 60 g roomboter op kamertemperatuur over het deegoppervlak en strooi vervolgens royaal het suiker/kaneelmengsel over de boter.

8. Snijd het deeg in de lengte in vier stukken van ongeveer 6 cm (2,5”) breed. Begin aan één kant en rol een stuk tot een strakke cilinder. Plaats de cilinder op de rand van het volgende stuk. Zorg ervoor dat de randen van het deeg op elkaar aansluiten, en rol het deeg op. Doe dit met alle vier de stukken deeg, zodat je één grote, opgerolde cilinder hebt. Steek 2,5 cm (1”) van het uiteinde van de buitenste laag schuin onder de cilinder, zodat deze niet afrolt tijdens het rijzen en bakken.

9. Bekleed het deksel van de broodkom met een stuk bakpapier dat 5 cm (2") groter is dan de ronding van de bodem. Plaats de gevormde cilinder voorzichtig in het midden van het deksel op het bakpapier en dek af met de broodkom. Laat het deeg nog 30 minuten rijzen.

10. Terwijl het deeg voor de tweede keer rijst, verwarm je de oven voor op 200 °C. (OPMERKING: Plaats het rek zo dicht mogelijk bij het midden van de oven maar laat voldoende hoogte over om de broodkom met deksel te kunnen plaatsen).

11. Verwijder na 30 minuten de kom en besprenkel voorzichtig met 2 eetlepels room (lichtjes verwarmd om de korst te verwijderen) over de bovenkant van het brood. (OPMERKING: Giet langzaam en probeer de room in de plooien te laten lopen in plaats van alles over de zijkanten te laten stromen en op het deksel te laten eindigen).

12. Bedek het voorbereide brood nogmaals met de ovenschaal en zorg ervoor dat de rand van het bakpapier volledig in de kom zit om de boter en suiker op te vangen terwijl het brood bakt. Bak gedurende 35 minuten. Neem vervolgens de kom van het deksel en laat het brood, onafgedekt, nog 2 tot 3 minuten bakken, of tot het licht goudbruin is.

13. Laat het brood 10 minuten afkoelen alvorens het glazuur aan te brengen.